Alles blijft anders
  • Home
  • Blog
  • Boek in wording
  • #Oudersvoorgoedezorg

Party pooper

2/26/2019

0 Reacties

 
Foto
Met een innerlijke glimlach maak ik me los van mijn gesprekspartner. Het afgelopen half uur ging het over koetjes en kalfjes, over vakanties, speelgoed en pretparken. Ik! – sprak – zomaar – ongedwongen – met – een – onbekende. Maar net op tijd wijk ik uit voor een horde stuiterende kinderen, die onafgebroken tussen de tafel vol verjaardagstaart en snoepgoed en de tuin heen-en-weer rennen. Ook ik gris tussen het lekkers en kijk even tevreden in het rond. Wat geniet Almaz van dit feestje. En wat lukt het mij, steeds beter, om me staande te houden bij een dergelijke happening. 

‘Wie van dat stel hoort bij jou?’ zo opent een andere verjaardagsgast het gesprek. Trots wijs ik naar Almaz: ‘Zij daar, ze kent de jarige job al langer dan dat beide meisjes hun ouders kennen.’ Hij vraagt er even op door – wat gek eigenlijk dat niet iedereen hier op de hoogte is van de bijzondere vriendschap tussen de twee pseudo-zusjes – en snijdt dan nonchalant een volgend onderwerp aan: ‘Heb je nog meer kinderen?’ ‘Ja, een zoon, van bijna 14.’ ‘Ach, ik heb er ook een van 15, die wil ook niet meer mee naar kinderfeestjes. Sterker nog, ik moet hem morgen ophalen van zijn rugbyreis naar Schotland. Dat krijg je hè, als ze zo oud zijn gaan ze hun eigen weg. Hebben ze je alleen nog maar nodig als taxichauffeur, en zelfs dat steeds minder. Ik vind het prima. Een mooie nieuwe fase. Dat heb jij zeker ook?’

Verwoed kauw ik op een nootje, koop daarmee wat respijt. Ineens ben ik heel wat minder zeker van mijn sociale optreden, hier. Wat te doen? Het echte verhaal vertellen, over Jens? Dat we alleen maar hier kunnen zijn, omdat hij vandaag logeert? Dat de fases in zijn ernstig meervoudig complex gehandicapte leven elkaar ook in rap tempo opvolgen, maar helemaal niets van doen hebben met een eigen weg? Hoogstwaarschijnlijk levert dat een ongemakkelijke stilte op, en daarna een onhandige reeks wedervragen zoals ‘Wat heeft hij dan precies? Wat kan hij dan allemaal niet? Woont hij dan thuis?’ die mijn goedgeluimde middag met zekerheid een deuk zullen opleveren. 

I don’t want to be a party pooper.

En dus slik ik het nootje door, mompel ‘Nee, hij is er inderdaad niet bij’ en luister naar zijn verhalen over het overzeese rugbytoernooi. Die vanzelfsprekendheid waarmee hij anderen een gewoon leven toedicht, de vanzelfsprekendheid die ik al zo lang kwijt ben. Een zware steen nestelt zich in mijn maag. Maar ik zeg hem de wacht toe – vanavond pas mag hij er zijn. Op de terugweg naar huis zal ik, na een kort belletje naar het logeerhuis om te informeren naar Jens’ welzijn die dag, aan mijn man vragen of hij dat nou ook heeft: het gevoel dat je het in een sociaal gebeuren nooit maar dan ook nooit goed doet. Óf je buigt het gesprek om in ongewenste richting, óf je verloochent je kind. En hij zal instemmend antwoorden, en daarmee de scherpe kantjes van de steen afslijpen. 

Straks zal ik weer zorgmoeder zijn. Nu ben ik de moeder van een blakende 8-jarige op het verjaardagsfeestje van haar Ethiopische vriendinnetje. Beleefd sluit ik het gesprek af en voeg me bij een groepje dat de toetsen op de basisschool becommentarieert. En neem, voor de zekerheid, nog een paar nootjes. 



0 Reacties

Wensouder

11/8/2016

3 Reacties

 
Foto
De hele dag al kijkt ze de klok vooruit en stelt vragen als 'Hoe lang is een uur?' Ze noemt de bedtijden van haar vriendinnetjes, die vanavond vast niet zo lang mogen opblijven als zij. 'Tot negen uur, sjonge dát is laat!' 
 
Gehuld in haar lievelingspyama -van Frozen, natuurlijk- zit ze bijtijds klaar op de bank, een schaaltje met lekkers binnen handbereik. Met een kriebel in mijn buik zit ik naast haar, hier minstens zo naar uitkijkend als zij. Al bij de eerste tonen schiet ik vol. 'Een kind onder de evenaar wordt later vaak een bedelaar': 6 jaar was ik toen de eerste Kinderen voor Kinderen lp werd gelanceerd. Nu zit ik hier op de traditionele eerste zaterdagavond van november, met mijn eigen 6-jarige naast mij, lekker tegen me aan gekruld. 
 
Ja, ik ben een wensouder, denk ik. Nooit wenste ik me iets vuriger toe dan nog een kind. Dit kind. Ons kind. Zó geliefd, zo gewenst.
 
Deze week voelde ik me vies. Besmeurd. Adoptie beheerste het nieuws: de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming bracht een rapport uit met als belangrijkste aanbeveling adoptie van kinderen uit het buitenland per direct af te schaffen. Met terugwerkende kracht ben ik schuldig verklaard: ik heb mijn belang voor het hare laten gaan. Ze had daar moeten blijven, in erbarmelijke omstandigheden. Liever in eigen land, dan geliefd. Liever dood, dan levend. 
 
Het rapport van de RSJ is broddelwerk. Het gaat eraan voorbij dat het Haags Adoptieverdrag opvang in eigen land al als uitgangspunt neemt. Alleen als dat niet kan, komen kwetsbare kinderen in aanmerking voor adoptie naar het buitenland. Opgroeien in een gezin is immers wetenschappelijk bewezen vele malen beter dan in een tehuis. Daarnaast ziet men over het hoofd dat stoppen met adoptie naar Nederland geen enkel probleem oplost: andere landen staan in de rij om de kinderen op te nemen. Als Nederland hebben we meer impact door te blijven meedoen en een voortrekkersrol te vervullen in het nog verder verbeteren en sluitend krijgen van het systeem. Want natuurlijk moet kinderhandel worden voorkomen.
 
Al tijdens het eerste nummer ruilt ze de bank in voor de dansvloer. Met haar neus in de beeldbuis klinkt een diepe zucht bij moeilijke pasjes. De makkelijke doe ik wat graag met haar mee. Weg schud ik de verwarrende gedachten. Natuurlijk heeft adoptie ook een donkere kant, een gitzwarte zelfs. Maar het is zoveel meer dan dat. 
 
Verzaligd ploft ze bij de aftiteling neer op de bank. 'Het is midden in de nacht nu, en alle kinderen liggen in bed. Maar ik niet! Wel bijna nu, toch? En jullie ook? Morgen wil ik weer kijken, maar dan mét Jens.'
 
De enige die mag oordelen is zij. 



3 Reacties

Tellen

3/15/2016

1 Reactie

 
Foto
"Mama, hoeveel kinderen wil jij?"
 
Wát een vraag, op de paasafdeling van de Hema. Ik aarzel. Zal ik eerlijk zijn? In gedachten bereid ik me voor op een Pedagogisch Gesprek: niet alles wat je wilt, kan.
 
“Ik wil graag drie kinderen.”
 
Theatraal werpt ze haar hoofd in haar nek. "Drie? Nee gekkie. Jij wilt twee kinderen. Jij wilt mij en Jens. IK wil drie kinderen. Twee uit mijn buik en één uit Ethiopië. En ze zijn allemaal bruin. En één is een tweeling."
 
Lekkerbekkend kijkt ze van een chocolade paashaas naar mij en weer terug. Ze zucht.
 
"Mama jij kunt echt niet tellen zeg!"



1 Reactie

Jeuk

5/26/2015

2 Reacties

 
Picture
Dit wordt een taboedoorbrekend blog. Met een vleugje masochisme en jeukgarantie. Ik waarschuw alvast maar.

We zijn net terug van een ijskoud verblijf aan het IJsselmeer. De aprilmaand startte zo veelbelovend. De winterjassen verdwenen naar de zolder, van de eerste tube zonnebrandcrème kwam de bodem al in zicht en we nuttigden onze maaltijden buiten in onze tuin. Iedere avond.

Maar helaas, met de start van de meivakantie nam ook de lente reces. Onze tweede vakantiedag kwam de temperatuur niet boven de 8 graden. Op de derde hulden we ons in laagjes – maar zelfs die konden de noorderwind niet weren. Ik hoor jullie al zeggen : ‘Nou én? Op vakantie trek je je regenlaarzen en windjack aan en trekt erop uit. Warme chocomelk met slagroom is óók lekker. Je laat je door een beetje kou en wind toch niet kisten?’ Dat zou, zónder Jens, zeker het geval zijn geweest. Maar Jens en harde wind gaan niet samen. Windkracht vier voelt voor hem ogenschijnlijk al als een orkaan. Windkracht zes ervaart hij echt als een marteling.

Natuurlijk maakten we er het beste van. We genoten des te meer van de twee zonnige dagen – met een bezoek aan Sprookjeswonderland als absolute hoogtepunt. En voor het overige  vermaakten we ons binnen.  In het zwembad, waarvan  vooral Almaz geen genoeg  kreeg. De potloodsprong, koprolduik, pizza snijden en hakken-rondje-rondje: aan Jens had ze, zoals gewoonlijk, een idolaat publiek. Ook buiten het bungalowpark vonden we ons vertier. In de stoomtram, op de boot, en in diverse musea. De huisfotograaf portretteerde onze dochter als vissersmeisje en bakkersknecht, compleet met bijpassende mutsjes.

Ik krijg meteen weer jeuk als ik aan die mutsjes denk. Net zoals aan de bank en de kussens van ons vier sterren vakantiehuis. Want, nog maar net terug thuis, ontdekten we luizen. Bij drie van de vier. Europese luizen blijken toch van Afrohaar te houden en zich ook niet door het anti-epilepticum Depakine te laten weren. 

Bekaf van de vakantie – een week lang 24 uur voor Jens zorgen is gewoon heel hard werken, net als de volksverhuizing die onze vakanties zijn - gooide ik een heel flesje XT Luis lotion leeg op Almaz moeilijk doordringbare krullenbos en zette de wekker op 6 uur. Nog voor de start van mijn eerste werkdag waren in ieder geval de luizen en neten op haar bol verdelgd. Coen spoedde zich naar de apotheek voor een ‘Jens-proof’ bestrijdingsmiddel . ’s Avonds bonden we zijn handen vast en behandelden pluk voor pluk. Hij mopperde dat het een lieve lust was en huilde uiteindelijk verslagen, zelfs de beelden van zijn favoriete Muis-filmpjes konden hem niet genoeg afleiden. Na drie keer wassen dropen zijn haren nog steeds van het vet,  maar dat maakte het kammen - voor Jens in dezelfde categorie als harde wind -  wél gemakkelijker. Natuurlijk moesten we er ook zelf aan geloven. In Jens’ badkamer smeerden wij beide goedje numero drie in ons haar en plozen elkaar uit als liefhebbende aapjes. 

Veertien dagen verder hangen we de luizenkam aan de wilgen. Sinds de behandeling hebben we geen levende luis meer gezien. Déze plaag lijkt bestreden. Ik stel vast dat het minder erg was dan het vooraf leek en dat zowel ik als onze huisapotheek op een volgende keer zijn voorbereid. Maar voor nu ben ik vooral blij dat het dagelijkse kamritueel achter de rug is. Wat een extra tijd zal ons dat opleveren!


2 Reacties

Spelbreker

4/15/2015

9 Reacties

 
Picture
We konden het lang niet over ons hart verkrijgen. De babyspullen werden keurig bewaard, voor het geval dat. De kinderwagen, het aankleedkussen, de wipstoel, de sekseneutrale eerste kleertjes. Met het verstrijken van de tijd zetten we toch een denkbeeldige streep. Alles-voor-een-baby en alles-voor-een-dreumes kon weg. Ons derde kindje zou een peuter worden, op zijn minst.  De box, de kinderstoel, de babygym maakten plaats. De peuterspullen verdwenen voorlopig naar zolder.
 
Maar ineens hebben we de bergruimte op zolder hard nodig. Want dinsdag arriveert de verrijdbare tillift. Een immens groot, log apparaat. Een kolos. Het meest gehate hulpmiddel ooit, waarvan we zo vurig hoopten dat we dát in ieder geval niet nodig zouden hebben. Nooit.


Jens hield het lang spannend, maar een week voor zijn tweede verjaardag ging hij kruipen. Nét op tijd om – volgens de onnavolgbare wetten van de neuroloog – de deur naar lopen open te houden. Twee jaar later zette hij zijn eerste stappen achter een verzwaarde houten boodschappenkar. Vlak voordat we naar Ethiopië afreisden, liep hij zelfs een paar meter los.

Helaas bleef het daarbij. Jens oefent, weer ruim vier jaar later, nog dagelijks met zijn rollator. Met veel  plezier zet hij enkele wankele passen en verricht knap bochtenwerk. Alles gebeurt echter louter op therapeutische basis: lopen onder strikte begeleiding voorkomt verdere vergroeiing. Inmiddels moeten we erkennen dat echt lopen er voor Jens niet in zit, net zomin als het zelf gaan staan en veilig weer gaan zitten. Nooit. En omdat Jens’ steeds langere lijf en dood gewicht mijn broze gestalte al jaren teveel zijn ( ja, ik ben de spelbreker!), capituleren we. Voor dat wanstaltige gedrocht.

Dinsdag arriveert hij, de tillift. De vrolijke oranje kleur zou mijn leed moeten verzachten. Het vooruitzicht dat ik Jens in alle omstandigheden van grond naar stoel naar statafel naar aankleedtafel naar douchestoel en weer terug kan hijsen, zou me toch mild moeten stemmen. Maar ik haat dat ding, nu al. Om alles waar het voor staat. En om zijn 65x60x160 – ingevouwen, welteverstaan. Daar is ons reeds aangepaste huis niet op berekend. Dáárom maken we plaats in de bad- en slaapkamer en verhuizen een aantal spullen naar zolder. Het ledikant, het weekendbed en de loopfiets verschuiven naar Marktplaats.  Want die peuter, die komt er toch niet.

Nooit.

 

9 Reacties

Gaatje

3/10/2015

1 Reactie

 
Picture
Ochtendspits. Zo snel mogelijk trek ik Jens' broek naar beneden en vouw zijn handen onder zijn hoofd. Luier los, billendoekjes, schone luier, zeep en luierzakje binnen handbereik. Een graaiende hand. “Jens, houd je handen onder je hoofd!” Mijn stem schiet uit, al maakt dat, net als het commando, geen verschil. "Ik kom eraan hoor mama, ik help je wel!" Driftig wrijf ik met mijn elleboog opkomende tranen weg. "Dat hoeft niet hoor meisje, ik kan het zelf. Ga nog maar even spelen". Dit is zo niet het leven dat ik voor je had bedacht. Je zou nu kattenkwaad moeten uithalen met je kleine zusje, achter mijn rug. Maar dat zusje gaat er niet meer komen.

Gisteren ontvingen we een brief van 
Stichting Afrika, met de mededeling dat ze haar activiteiten in de loop van 2015 gaat beëindigen. De plotse stop van adopties uit Kenia en de voortdurende stagnatie van adopties uit Ethiopië doen ons adoptiebureau de das om. Een bericht dat ons flink onderuit haalt. Ook al was onze hoop langzaam vervlogen, onze droom stond nog overeind.

We blijven dus met zijn vieren. De balans zal hier definitief nooit doorslaan naar ‘normaal’. Voor ons geen kindje meer. Alle eerste keren zijn meteen de laatste. Voor Almaz geen zusje meer, met wie ze kan samenspannen, leren ruzie maken en haar bijzondere situatie nu en later kan delen. Voor Jens geen extra onvoorwaardelijke liefde. Voor het kindje dat nooit komen zal geen plekje bij ons. Geen Stichting Afrika dag meer, geen ontmoetingen met Senayit. Geen lijntje met het kindertehuis. Het is alsof er opnieuw een gaatje in Almaz wordt geboord en daarmee in ons. Stichting Afrika is zo onlosmakelijk met ons leven verbonden. De tranen blijven komen, om dat wat nooit zal zijn. Om die idiote politiek en bureaucratie die zovele kinderen en wensouders kansen ontneemt.

"Lukt het echt, mama? Ik hoorde je toch boos tegen Jens praten?" "Het lukt echt, lieverd". Ik til Jens weer op de grond en ga op zoek naar zijn jas. Almaz heeft die van haar al aan en geeft haar broer een knuffel. Natuurlijk lukt het. Uiteindelijk. Door soms een vinger in het gaatje te stoppen. Door er soms aan te peuteren. Door te aanvaarden dat er altijd gaatjes zullen zijn.


Dit blog schreef ik in januari t.b.v. Duet, het kwartaalblad van Stichting Afrika, editie Maart 2015 

1 Reactie

Buna

2/1/2015

0 Reacties

 
Picture
Geheelonthouders. Omdat alleen de geur ons al deed huiveren, dronken we beide tot zo’n vijf jaar geleden geen druppel koffie. Maar met het klimmen op de wachtlijst voelden we de morele plicht om ons over onze weerzin heen te zetten. In Ethiopië, de bakermat van de buna (‘koffie’), is de koffieceremonie een sociaal gebeuren waaraan we ons niet zouden kunnen of willen onttrekken, zo voorvoelden we. Dus dronken we, huiverig, een eerste slok ‘Nescafé latte hazelnoot’ oploskoffie. Nadere bestudering van het etiket leerde ons dat er nog geen 10% koffie in zat. Mierzoet, warm, en ... best lekker.

Op het werk maakte ik de overstap naar cappuccino uit de DE-automaat. Met extra suiker, dat wel. Dat kon en mocht ook - bij een Ethiopische koffieceremonie gaan suikerpot en gezoete popcorn immers ook rond. Eén bekertje, om goed wakker te worden. De rest van de ochtend hoefde ik niets meer, zo vulde het. Maar in de maanden tussen hét telefoontje en afreizen hielp een tweede bekertje me de slapeloze nachten te verdrijven.

Niets gaat boven een kopje Ethiopische buna, zo ervaarden we tijdens ons verblijf aldaar. Met wierook en mirre. Wij, geheelonthouders, werden liefhebbers. Weer thuis maakte de oploskoffie plaats voor échte koffie – natuurlijk uit Ethiopië. We minderden suiker, we minderden melk. 

Inmiddels drink ik hem puur: sterk, zwart. Ik ben een junkie. Verslaafd. De drukke combinatie van werk en B.V. Jens maakt dat ‘mijn’ avond pas om half 11 begint – zelfs in het weekend. “Wat doe je jezelf toch aan! Neem toch genoegen met de gewone zorg”, zo wijst menig stuurlid me op mijn wallen. Ach, het is zo makkelijk oordelen, met gezonde kinderen. Kinderen die naar school gaan en die met wat meer of minder inspanning absorberen wat de leerkracht hen aanbiedt. Jens absorbeert niets bij ‘gewone’ zorg. Maar bij zorg die rekening houdt met de volle complexiteit van zijn manier van informatieverwerking en interactie doet hij dat wel. En dus is er, naast de gewoonlijke ziekenhuisbezoeken en het hulpmiddelen-, indicatie- en PGB-circus, onze strijd.  Een strijd die met de aanname van de Wet Langdurige Zorg pas net begonnen lijkt.

Ik draaf maar door, in de hoogste versnelling. Met een kapotte versnellingsbak. Sinds 2005 kom ik niet meer tot rust. Nooit, geen moment. Maar ik probeer wel af te schakelen, na half 11 ’s avonds. Even een serie kijken. Even die nooit haperende radartjes stilleggen. Opdat ik, al is het naast het videobewakingssysteem van Jens, kan slapen. Slápen. Ik  vind het zalig, maar doe het, structureel, veel te kort. Vanwege een chronisch tijdgebrek.

Koffie. Soms, heel soms, geniet ik ervan. Met een ‘schuss’ siroop of likeur. Slagroom. Mierzoet, warm. In een cafeetje, met een vriendin. Maar meestal slik ik met een verkrampt gezicht de net te koude kantoorklets door. Een shot cafeïne om de dag door te komen. Zo ver verwijderd van het oorspronkelijke doel.  

‘Buna’, ik verlang naar buna.


0 Reacties

Splinter

1/18/2015

2 Reacties

 
Picture
Het is al druk in de kleuterklas. Almaz hangt haar jasje op en stopt haar banaan en appelsap in de daartoe bestemde bakken. Samen begroeten we de juf en gaan op zoek naar een stoeltje. Zoals gewoonlijk draalt Almaz. Alle kiezen is moeilijk - en de keuze voor een plaatsje in de kring al helemaal. Ongeduldig beweeg ik haar in de richting van een van haar vriendinnetjes. Haar billen hebben het stoeltje nauwelijks geraakt als ze weer omhoog springt. “Kijk mama! Kijk daar! Wow, weer lekkers!” Midden op tafel prijkt een kunstig bouwwerk met witte, blauwe en roze spikkels, verscholen onder een dikke laag cellofaan. Een klasgenootje krijgt er een broertje of zusje bij. Stilletjes stel ik vast dat trakteren bij de geboorte alleen al niet meer genoeg is. Wrijf het maar in, jullie nieuwe, zo niet vanzelfsprekende geluk. Ik schrik van mijn eigen verbittering en de felle, pijnlijke steek, als van een onverwachtse splinter.
 
Ik verman mezelf en reageer enthousiast. De klok wijst alweer kwart voor negen. Een kus, een knuffel, nog één keer zwaaien. Gehaast bereik ik de auto. Maar eenmaal binnen vertragen mijn bewegingen. Voorzichtig verwijder ik de splinter en wentel hem in mijn handen. Wat is dit, dit was toch voorbij? Het 'nooit meer zwanger’, dat had toch een plekje gekregen? Jaren geleden maakte het plaats voor die andere optie, voor ons even zo mooi, maar zoveel minder Russische roulette. Het lange wachten bleek tergend en de maanden tussen het voorstel en afreizen waren op zijn zachtst gezegd traumatisch. Maar met de komst van Almaz kwamen al onze dromen uit. Een nieuw kindje, zo gewenst, zo eigen. We koesterden ons geluk, wentelden het in onze handen. En besloten dat het zich verder mocht vermenigvuldigen.

Een jaar na Almaz' komst startten we een tweede adoptieprocedure. We stelden ons in op een weg vol hobbels, maar waren - als vele anderen - niet voorbereid op het grootste kwantitatieve dieptepunt uit de geschiedenis van Stichting Afrika. Afgelopen jaar kwam er slechts één kindje uit Ethiopië aan. Met regelmaat vragen we ons af wie we eigenlijk voor de gek houden. Wachten lijkt iedere dag zinlozer. In mijn hoofd heb ik al afscheid genomen, maar nog niet in mijn hart.
 
Wat zou ik graag de komst van een broertje of zusje met dezelfde achtergrond in Almaz' kleuterklas aankondigen. Gewoon, met schuimzoenen - ook al 'kan' dat tegenwoordig niet meer. Nog één keer het mooiste avontuur aller avonturen beleven. Mijn agenda en leven vrij vegen voor nieuwe gezinsvorming. Alle liefde en ervaring die we in ons hebben inzetten, om een thuis opnieuw echt thuis te laten worden. Een gezin vormen waarin de balans nog verder de andere kant uitslaat. Een leven met zijn vijven leiden. Zo'n niet vanzelfsprekend geluk.  

Ik stop de splinter in een luciferdoosje en start de motor. Mijn dromen opgeven kan altijd nog.

 
Dit blog was bestemd voor de volgende editie van Duet, het kwartaalblad van Stichting Afrika. Maar met het bericht van afgelopen donderdag dat Stichting Afrika haar activiteiten gaat beëindigen, is het achterhaald. De splinter is een boomstam geworden.


2 Reacties

Te stil

1/6/2015

0 Reacties

 
Picture
Het is stil in huis. Te stil. Almaz is logeren. Bij het maken van de afspraak leek het nog zo'n goed idee: kwali-tijd voor Almaz met opa en oma in combinatie met oplossen van het zomervakantie-oppasprobleem. En bovendien na weken van om de vijf minuten “mama!” , zelfs ‘s nachts (zij het in iets lagere frequentie), even tijd voor mezelf. Voor onszelf – voor het eerst sinds haar komst, alweer 3,5 jaar geleden. Hoe kon ik het bedenken? Ik miste haar zodra ze de straat uit was.
 
Ik leg de schone was in haar kast en ga even op haar prinsessenbed zitten. Mijn gedachten dwalen af naar een gesprekje eerder deze week: "Mama, als ik 26 ben, word ik ook mama. En dan kom jij uit mijn buik en is Jens de papa." Verwonderd keek ik haar aan. Met Jens' ontwikkelingsprobleem is mijn normgevoel voor wat een gemiddeld kind weet en kan ernstig verstoord. Een kind van vier leek tot voor kort een soort mini-volwassene. Pas nu mijn eigen kleuter al lang zindelijk is, zelf haar afspraakjes maakt en in volzinnen praat, ontdek ik dat haar logica desondanks nogal afwijkt van die van mij.
 
Geduldig legde ik haar uit dat als ze groot is, ze zelf de papa van haar kindje mag kiezen. Dat ze dan gaan trouwen en samen in een eigen huis gaan wonen. Dat er dan een helemaal nieuw kindje in haar buik kan groeien of dat ze een kindje uit een ver land kan adopteren, dat in een andere buik is gegroeid. En dat Jens dan de oom is van dat nieuwe kindje, en ik de oma.
 
Verontwaardigd sprak ze me tegen: "Nee hoor, dat kan toch helemaal niet, mama! Jij bent geen oma, jij hebt lang haar. En ik wil geen eigen huis. Ik blijf voor altijd bij jou wonen, en bij papa en bij Jens. En dan kom jij uit mijn buik."
 
Ik raap een vergeten knuffel van de grond en realiseer me dat ik zelfs de wekker hoor tikken, zo stil is het. Nog maar twee nachtjes slapen, dan is ze weer thuis. Ik ga haar aan haar woorden houden: voor altijd.





Dit blog verscheen in december 2014 in Duet, het kwartaalblad van Stichting Afrika

Dit blog Dit 

0 Reacties

Wie word je?

10/12/2014

1 Reactie

 
Foto
“Lief meisje. Ik verdrink in je foto, ik kan er naar blijven kijken. Maar na twee maanden tweedimensionaal verlang  ik naar meer. Ik wil je ontdekken, je leren kennen. Écht. Wie ben je? Hoe voel je, hoe ruik je? Hoe zie je eruit als je lacht? Wanneer lach je en waarom? Hoe klinkt jouw gehuil? Wat is jouw unieke stemgeluid? Wat is je temperament? Wat vind je lekker, wat vind je leuk? Waarvan schrik je? Wat is je ritme? Hoe kunnen we je je veilig laten voelen, hoe kunnen we je troosten?”

zo schreef ik in december 2010, vlak voor ons vertrek naar Ethiopië. Die eerste maanden van mijn hernieuwde moederschap ontdekte ik iedere centimeter van je lijfje en daarna verheugde ik me over je talloos veel miljoenen ontwikkelingsstapjes en iedere glimp van je ontluikende karakter.
 
Van kwetsbaar baby’tje ben je inmiddels uitgegroeid tot een levenslustige kleuter. Je beschouwt de wereld in detail en bent één brok leergierigheid. Je hebt de souplesse van een turnster, je tekent nu al beter dan ik ooit gedaan heb (maar dat zegt vooral wat over mij) en je geeft spontane toneel- en dansvoorstellingen voor een ademloos publiek. Je oogt  - je bent - gelukkig. Je lijkt behoorlijk goed gehecht aan ons en geeft je steeds beter over aan anderen.
 
Zoals het schrijven van het follow-up report me jaarlijks doet stilstaan bij de tijd die achter je ligt, triggert deelname aan het onderzoek van de universiteit Maastricht over de ontwikkeling van Limburgse kinderen, afgezet tegen hun gezinscontext, me halfjaarlijks over je toekomst. Wat zegt het eigenlijk, dat het nu goed met je gaat?  Wat is de voorspellende waarde ervan voor de emoties die komen gaan? Hoe kom je straks door en uit je puberteit? Ik denk te weten wie je bent, maar ik heb geen flauw benul wie je wordt.  Ik beantwoord de verschillende vragen over onze toekomstverwachting steevast met 'weet ik niet'.
 
Misschien is het een totaal gebrek aan projectie. Ons eigen genenpakket biedt bewezen geen enkele garantie tot intelligentie, discipline of ambitie. En we hebben geen idee hoe het met dat van jou zit. We wensen je een rijk leven, vol geluk met jezelf. Een opleiding die bij je past en een beroep waarin je veel van jezelf kunt verwezenlijken. Maar is dat VMBO, HAVO of VWO, met aansluitend een baan in de zorg, op kantoor of een bestaan als artiest? Hebben ouders van gezonde 'eigen buik' kinderen daar eigenlijk wél een goed beeld bij?
 
Voor mij is de voortdurend knagende onzekerheid, die na het eindeloze wachten onverhoopt een doorstart maakt, inherent aan adoptie. Tegelijkertijd is het juist de adoptie die, ondanks het belaste verleden dat jij en wij altijd bij ons zullen dragen, een open toekomst biedt. Een toekomst vol mogelijkheden, die niemand anders dan jij mag gaan invullen.

Volledig vrij van het gebaande pad mag jij worden wie jij in je kern bent.



Deze blog verscheen in september 2014 in Duet, het kwartaalblad van Stichting Afrika

1 Reactie
<<Vorige
    E-mail nieuwsbrief:
    Geen blog meer missen? Meld je dan nu aan!

    Archief

    Februari 2019
    Oktober 2018
    September 2018
    Juni 2018
    December 2017
    November 2017
    Oktober 2017
    September 2017
    Juli 2017
    Juni 2017
    Mei 2017
    Februari 2017
    Januari 2017
    November 2016
    Oktober 2016
    September 2016
    Augustus 2016
    Juli 2016
    Juni 2016
    Mei 2016
    April 2016
    Maart 2016
    Februari 2016
    Januari 2016
    December 2015
    November 2015
    Oktober 2015
    September 2015
    Augustus 2015
    Juli 2015
    Juni 2015
    Mei 2015
    April 2015
    Maart 2015
    Februari 2015
    Januari 2015
    December 2014
    November 2014
    Oktober 2014
    September 2014
    Juli 2014
    Juni 2014
    Mei 2014
    April 2014
    Maart 2014
    Februari 2014
    Januari 2014
    December 2013
    November 2013
    Oktober 2013
    September 2013
    Augustus 2013
    Juli 2013
    Juni 2013

    RSS-feed

    Enter your email address:

    Delivered by FeedBurner

    Zoek op trefwoord:

    Alles
    Adoptie
    Balans
    Begrip
    Bezuinigingen
    Bloggen
    Brusje
    Communicatie
    Eigenregie
    Eigen Regie
    'feel Good'
    In De Media
    Instanties
    Medisch
    Meerv Gehandicapt
    Ontwikkeling
    #oudersvoorgoedezorg
    Politiek
    Verwerking
    Zorgouders

Powered by Create your own unique website with customizable templates.