Zodra alle tassen zijn leeggehaald, schriftjes zijn bijgelezen, sondevoeding is gegeven, de maaltijd voor de overige gezinsleden is gekookt en met smaak is verorberd, duikt Coen in een bijna-vergeten la vol oude cd’s. ‘Zie je wel, we hebben ‘m ook!’ Cd in de speler, de volumeknop op 10. Nieuwsgierig kijken we gedrieën naar Jens. Die staakt zijn gefriemel bij de eerste tonen, draait zijn hoofd een beetje scheef - zijn beste oor gericht naar de boxen. Een voorzichtige glimlach breekt door op zijn gezicht. Bij het aanzwellen van de muziek richting refrein gooit hij zijn armen in de lucht en zet zijn bekende swing in. Het was geen momentopname, hij vindt het echt leuk!
Als iedereen naar bed is keren we de lade om als was het de zak van Sinterklaas en graaien naar potentieel nieuwe Jens-hits. De jammerlijkste peuter-cd’s zijn onlangs via Marktplaats verpatst en met enige opluchting bedenk ik welke ik nog meer slinks kan laten verdwijnen. Alle moederliefde van de wereld ten spijt: Snappie de krokodil in de vroege ochtend is nu eenmaal een aanslag op mijn humeur.
Op zijn Tobii toont Jens nog een grote voorkeur voor K3 - de jongere versie, welteverstaan. Mooie jongedames winnen het bij onze puber van mannelijke tegenhangers en meer belegen artiesten. Wij vinden het prima, K3 mag hier blijven tot ver na ons pensioen. Maar hoe mooi is het zijn muzikale horizon te kunnen verbreden en wat een geluk dat deze buschauffeur niet van het type ‘Zó leuk, ze houden allemaal van Frans Bauer!’ is.