Vinnig beantwoord ik het goedbedoelde whatsappje van mijn zusje. Stuur, zonder nadenken, een noodkreet uit: “Ik hoef helemaal niets, ik heb alles al! Het is al zo moeilijk om iets voor Coen en de kinderen te verzinnen. En het enige wat ik echt wil, is toch niet te koop. Ik wil ontastbare dingen, zoals een etentje met drie goede vrienden die ik al zeker twee jaar niet gesproken heb. Ik heb niet de energie om buiten werk en zorgen en alles eromheen zoiets simpels als dat te organiseren. En dat vreet aan me. Nog even, en ik ben ook hen kwijt”. Enter.
Slik. Hoe sneu kun je zijn? Eerst denken, dan pas op enter drukken. Ik leer het ook nooit.
“Och sis toch. Dat ik me dat niet realiseer. App je me hun telefoonnummers?”
Wat ik dan nog niet weet, is dat het uitje waarmee ik mijn 40e verjaardag toch nog bijzonder probeer te maken, compleet in het water valt. Coen krijgt ’s nachts griep en snikkend haal ik de spullen voor ons dagje Efteling weer uit de auto. Een verjaardag in stilte met de solo-zorg voor twee kinderen, zonder taart en zonder cadeautjes. Zelden heb ik me zo mislukt gevoeld. Twee dagen later kan ik het alweer aardig relativeren. We krijgen een verpletterend bericht en ik schaam me diep over mijn gejammer over zoiets onnozels als een verjaardag als alle dagen.
Toch wordt mijn noodkreet door het heelal opgevangen. Mede-zorgmama’s organiseren een uitje. Mijn ‘good old dinnetje’ helpt me om –na een half jaar soebatten- een gezamenlijk dagje/nachtje weg vorm te geven en in te plannen. En de drie verloren gewaande vrienden nemen contact op en maken een afspraak.
De komende maanden vier ik mijn verjaardag ‘alle dagen’. Precies zoals ik het het liefste doe: met de mensen die me lief zijn, kleinschalig. Het leven is kort– en kent geen genade.