Zijn vader zet hem op de grond en ritst zijn jas open. Even schudden met zijn schouders en hij is uit. In een vloeiende beweging kruipt hij naar zijn zusje. Hij richt zich op, strekt zijn bovenbenen en tast met zijn linkerhand naar haar elleboog. Ze zet zich schrap, biedt hem zijn steun en kijkt. Kíjkt - ademloos. Voorzichtig vleit hij zijn hoofd tegen haar schouder. Zo zoet, zo zacht.
"Het doet geen pijn hoor, mama. Jens knijpt niet. Nou ja, een beetje maar. En kijk eens wat hij doet! Hij heeft mij óók gemist!"
Snel sla ik mijn armen om beiden heen, zodat Jens zijn greep kan doen verslappen. Dromerig knuffelt hij verder. Ook Almaz geeft zich over, stilletjes, met een glimlach van oor tot oor.
Ze zijn weer thuis.