Maar ineens hebben we de bergruimte op zolder hard nodig. Want dinsdag arriveert de verrijdbare tillift. Een immens groot, log apparaat. Een kolos. Het meest gehate hulpmiddel ooit, waarvan we zo vurig hoopten dat we dát in ieder geval niet nodig zouden hebben. Nooit.
Jens hield het lang spannend, maar een week voor zijn tweede verjaardag ging hij kruipen. Nét op tijd om – volgens de onnavolgbare wetten van de neuroloog – de deur naar lopen open te houden. Twee jaar later zette hij zijn eerste stappen achter een verzwaarde houten boodschappenkar. Vlak voordat we naar Ethiopië afreisden, liep hij zelfs een paar meter los.
Helaas bleef het daarbij. Jens oefent, weer ruim vier jaar later, nog dagelijks met zijn rollator. Met veel plezier zet hij enkele wankele passen en verricht knap bochtenwerk. Alles gebeurt echter louter op therapeutische basis: lopen onder strikte begeleiding voorkomt verdere vergroeiing. Inmiddels moeten we erkennen dat echt lopen er voor Jens niet in zit, net zomin als het zelf gaan staan en veilig weer gaan zitten. Nooit. En omdat Jens’ steeds langere lijf en dood gewicht mijn broze gestalte al jaren teveel zijn ( ja, ik ben de spelbreker!), capituleren we. Voor dat wanstaltige gedrocht.
Dinsdag arriveert hij, de tillift. De vrolijke oranje kleur zou mijn leed moeten verzachten. Het vooruitzicht dat ik Jens in alle omstandigheden van grond naar stoel naar statafel naar aankleedtafel naar douchestoel en weer terug kan hijsen, zou me toch mild moeten stemmen. Maar ik haat dat ding, nu al. Om alles waar het voor staat. En om zijn 65x60x160 – ingevouwen, welteverstaan. Daar is ons reeds aangepaste huis niet op berekend. Dáárom maken we plaats in de bad- en slaapkamer en verhuizen een aantal spullen naar zolder. Het ledikant, het weekendbed en de loopfiets verschuiven naar Marktplaats. Want die peuter, die komt er toch niet.
Nooit.