Het onderzoek bestaat uit de afname van een aantal vragenlijsten, een interview en een tijdsbestedingsonderzoek. Volgens ‘kenner Coen’ in de meest heftige variant.
De tijdsregistratieweek blijkt een week zonder doktersbezoeken (terwijl er de komende drie weken drie van een halve dag gepland staan!), zonder bezoek van of aan instanties, en mét een verjaardagsfeestje en topdrukte op het werk. We aarzelen: is dit wel representatief? We willen toch een realistisch beeld helpen schetsen, van alle zorg die wij zorgouders zonder aarzelen geven. Die zogenaamde ‘mantelzorg’, de bron die volgens het kabinet onuitputtelijk is en het antwoord op alle bezuinigingsvragen.
Maar wanneer is ons abnormale leven wél normaal? Het gaat er om dat, en hoe, we ons staande houden, ook in weken als deze. En dus registreren we beide de laatste volle week van maart 7 dagen lang, 24 uur per dag, iedere 10 minuten onze tijdsbesteding.
Al gauw jaagt het me op. Drijft de App me tot waanzin. Zoveel blikken op de klok, me zoveel meer bewust van wat ik doe. Iedere minuut en iedere activiteit liggen deze week onder een vergrootglas. Nooit heb ik geweten dat ik, met mijn ‘we besteden waar mogelijk uit’-mentaliteit nog zóveel tijd in het huishouden steek. Alleen al de vele ladingen was: sorteren, in de machine, in de droger, aan de lijn, opvouwen, opbergen. Een neverending story met een stopwatch.
Wat we, door de vele indicaties, wel wisten, is hoe tijdsintensief de zorg voor Jens is. Toch is het -opnieuw- confronterend. Medicijnen bereiden, toedienen, opruimen. Sondevoeding – dezelfde riedel. Verplaatsen en verschonen. Thee drinken – onder strenge bewaking om brandwonden te voorkomen. Het ritje naar de dagbesteding en weer terug. De ontelbare telefoontjes en de eindeloze administratie. Het scheve oog, dat altijd op hem gericht is omdat hij zelf nu eenmaal geen alarm kan slaan.
Wat krijgt Jens eigenlijk weinig kwali-tijd.
Ja, zorgouders hebben het druk. Wij hebben het druk. Zó druk, dat er nauwelijks tijd en nog minder energie voor sociale contacten of onszelf overblijft. Zo beleven we het ook. En toch, toch redden we het. In het ritme dat we hebben gecreëerd en met de –betaalde- hulp die Jens en daarmee ons wordt geboden.
Zo lang er maar geen tijdsbestedingsonderzoek bovenop komt.