Jens humt zijn gewoonlijke vrolijke deun en schommelt in zijn wandelwagen heen en weer. Geen nare herinneringen voor hem, geen angst vooraf. De deur gaat open en het jongetje strompelt naar buiten. Een verpleegkundige vraagt me of ik de voorkeur geef aan een verdovende pleister of spray. Een wat? Geduldig legt ze me de nieuwe mogelijkheden uit. Het wordt de spray. Op mijn verzoek mag Jens in zijn wagen blijven zitten, zodat ik hem kan afleiden met pirouettes. Een pedagogisch medewerkster vraagt waarvan hij nog meer houdt. De verpleegkundige bekijkt zijn arm nauwkeurig en beslist het onderhuidse zoekproces over te slaan. De spray op zijn hand, de naald treft in een keer doel. Jens geeft geen kik, hij lacht om mijn duizelingwekkend gedraai.
Het bloed druppelt tergend langzaam in buis nummer 1. Jens begint wat heen en weer te schuiven en uit dan zijn ongenoegen: het stevig vastgehouden worden duurt veel te lang. “Hij houdt toch van zingen, zei je?” Zonder aarzelen heft de verpleegkundige aan. Haar collega valt bij. Een meerstemmig 'Una paloma blanca' schalt door de prikkamer. Het swingt. Jens grijnst en ontspant.
Buis nummer 2, buis nummer 3. De laatste druppel bloed, een pleister. We kunnen weer gaan. Met een glimlach verlaat ik de prikkamer: een nieuwe herinnering schuift voor de voorgaande. En ook Jens' muzikale geheugen heeft er een laatje bij.