Ik prijs me nog steeds gelukkig dat we reisden toen het nog kon. Inmiddels hebben we geleerd dat een week op een bungalowpark, een plek waarin ik in mijn voorzorgse leven nog niet dood gevonden had willen worden, ook veel ‘vitamine v’ verschaft. Dat de Benelux prachtig is, en dat we driedubbel genieten van het feit dat iets grotere afstanden inmiddels ook weer tot onze mogelijkheden behoren. Skiën? Ach, dat zou ik hoe dan ook never nooit hebben gedaan. En onze tijd voor Eurodisney en Londen komt nog wel. Mutatis mutandis: in goede gezondheid, met voldoende financiële middelen en met goede zorg voor thuisblijver Jens. En anders kunnen we altijd nog opsplitsen.
In tegenstelling tot voorgaande jaren, waarin we als fervente carnavalshaters naar boven de rivieren vluchtten, blijven we deze dagen thuis. Jens’ kleinschalig initiatief heeft voor het groepsthema ‘carnaval’ een heus eigen carnavalsnummer in de studio opgenomen. Met een enorme hangmat in een karretje achter een oude Volkswagenbus participeren leiding, medewerkers en bewoners in de plaatselijke optocht. Ook Jens mag, getooid in het rood-geel-groen, in zijn wandelwagen mee. Dat moeten we natuurlijk met eigen ogen gaan aanschouwen. Coen en ik hebben speciaal voor de gelegenheid een hoed gekocht. Almaz heeft keuze genoeg uit haar overvolle verkleedkist. Ze verheugt zich mateloos op de confetti die ze naar Jens gaat gooien en “die rondjes die ik ga blazen”.
Een gewoner voorjaarsvakantie is in het zuiden van Nederland toch niet denkbaar?